c10
 
Bunkernummer
C10
Oud Bunkernummer
ESC1
Lokatie
Schelderode
Toegankelijkheid
Volledig vrij
Aantal kamers

2 achteraan verbonden kamers en een sas

Aantal schietgaten
1
Type geschut
1 x MI
Bijhorende vuurrichting
Zuidoosten

Korte beschrijving van de bunker

  • Uitwendige kenmerken.
  • Origineel was de bunker volledig ommuurd met baksteen.
  • Volgens het originele bestek diende de bunker gecementeerd te worden maar dit is in elk geval nooit zo gebeurd bij deze bunker.
  • Al het houtwerk was standaard uitgevoerd in Noors rood dennenhout tenzij anders vermeld.
  • De toegang tot het toegangssas zat verstopt achter een deur van 0.90m x 2.00m (BxH).
  • Vooraan was het enige schietgat gecamoufleerd als een vals raam. Dit zat verstopt achter 2 houten luiken, openend in verschillende richtingen, elk 0.50m x 1.40m (BxH). Op deze luiken waren bijkomend raamprofielen aangebracht om het geheel nog explicieter het uitzicht van ramen te geven.
  • Zowel de commandokamer rechts als de mitrailleurkamer links hadden nog een vals raam. Deze waren origineel uitgewerkt op een gegalvaniseerde metalen plaat van 1.00m x 1.40m (BxH) waarop langs de buitenzijde houten raamprofielen waren gekleefd.
  • Het bunkertje was voorzien van een zadeldak dat was opgetrokken in hout, de dakbedekking op zich bestond uit rode Boomse dakpannen.
  • De toegangsput was uitgemetst in baksteen met een bodem in beton waarin een sterfput met metalen rooster was voorzien.
  • Bij de bunkers met mitrailleurkamer(s) was de toegang tot de eigenlijke gevechtsruimtes van de bunker gescheiden van het sas door middel van een gepantserde metalen deur van 0.86m x 1.82m (BxH) met zonneblinden, omlijsting en luikje voor toegangsverdediging.
  • De eigenlijke toegang bij de inkom was op zijn beurt afgesloten met een metalen traliehekje van 0.90m x 1.82m
  • In elke mitrailleurkamer was daarnaast standaard aanwezig:
    • 3.50 meter etagères met leggers in inlandse eik.
    • Een inlands eiken plankje van 0.32m x 0.12m x 0.06m met ijzeren steunen voor de plaatsing van een kogelpers. (nutteloos in de commandokamer maar meestal toch aanwezig)
    • 6 zware geschilderde hanghaken voor ophangen materialen in de kamers
    • Een verzinkte hanghaak aan het plafond voor ophangen olielamp (in vredestijd)
    • 1 chardome en chardomeplaat voor de standaard opstelling van een Maximmitrailleur. Deze laatste was niet aanwezig in de commandokamer (de kamer zonder schietgat)
  • Ventillatiegaten waren aan de buitenzijde aan de bovenzijde afgesloten met een koperen geperforeerde afdekplaat om ingooien van projectielen naar binnen onmogelijk te maken.
  • Het geheel was omgeven met beplantingen die aansloten bij de bestaande hagen in de directe omgeving.
  • Globaal was het uitzicht dit van een bakstenen gebouwtje.
  • Structuur.
  • De bunker bestaat uit twee kamers die achteraan met elkaar verbonden zijn en een toegangssas. De bunker heeft maar één schietgat in de kamer waar het sas toekomt.
  • Opmerkingen.
  • Het is een commandobunker op de steunlinie tussen steunpunt Semmerzake en Muntekouter tussen D10 (390 m) en D11 (270 m). De bunker was in hoek opgesteld met D11 om zo samen een groter gezichtsveld en schietbereik te hebben.
  • De mitrailleurkamer heeft enkel voorzieningen voor de opstelling van een Maximmitrailleur. Er waren geen extra voorzieningen om eventueel andere types van mitrailleurs te kunnen plaatsen.
  • Het terrein horende bij de bunker zelf, was 1 are 20 Centi-are groot. Het betrof de noordhoek van het perceel Schelderode Sectie C perceel 238, dat stond geregistreerd als landbouwgrond.
  • Dit terrein was eigendom van de Baronnes Marie Thérèse De Spangen de Uyternesse, weduwe en woonachtig te Brussel.
  • De akte werd verleden op 18 april 1935 voor de totale prijs van 725 Bef.
  • Binnen de akte was voorzien dat de eigenares jaarlijks nog bijkomend een intrest ontving van 5% op dit bedrag wat neerkwam op een jaarlijks bedrag van 36,25 Bef.
  • Naast het terrein voor de bunker zelf, was er bij deze bunker nog enkel sprake van een tijdelijke erfdienstbaarheid. Voor de permanente erfdienstbaarheid maakte men namelijk gebruik van een publieke voetwegeltje dat vanaf de Kastijdestraat liep op de rand van de huidige witte hoeve met trapgeveltjes, recht naar het domein van de bunker toe. Toen moest men zich hier nog een tweede hoeve voorstellen aan de overkant van dit smalle wegeltje. Deze tweede hoeve lag op dat moment tussen de Kastijdestraat en de bunker in zodat deze laatste uiteindelijk toen vanaf de weg nauwelijks zal te zien geweest zijn.
  • Hierdoor was het natuurlijk niet mogelijk voor de bouw van de bunker gebruik te maken van ditzelfde publieke wegeltje als tijdelijke erfdienstbaarheid. Hierdoor werd de tijdelijke erfdienstbaarheid voorzien naast de heden verdwenen hoeve.
  • Deze verliep op die manier over een strook van 5 meter breed en 86.5 meter lang over het perceel Schelderode, Sectie C, perceel 244a, langs de westzijde. Heden lijkt dit perceel groter omdat hier heden 3 kleinere perceeltjes waarvan er vroeger in elk geval het perceel het dichtst bij de weg bebouwd was, mee inbegrepen blijken te zitten bij het grotere bestaande perceel veld voor de bunker.
  • Het terrein voor deze tijdelijke erfdienstbaarheid diende voor een periode van 8 maand na het tekenen van de akte beschikbaar gehouden te worden om de bouw van de bunker mogelijk te maken. Dit terrein was eigendom van Mr Leo Vandenberghe, landbouwer en woonachtig te Schelderode. Leuk om te melden is dat er in de akte zelf wordt vermeld dat de eigenaar zijn eigen naam gewoonlijk foutievelijk schreef als Van Den Berghe.
  • De akte voor deze tijdelijke erfdienstbaarheid werd getekend voor akkoord op 13 april 1935 voor de prijs van 260 Bef. Hoe belachelijk ook, ook in deze akte is er sprake van een jaarlijkse intrest van 5% op dit bedrag, wat neerkwam op een jaarlijkse vergoeding van 13 Bef voor een "tijdelijke" erfdienstbaarheid die op dat moment dus al lang niet meer geldig was, gezien de akte in theorie slechts geldig was voor een periode van 8 maanden.
  • Erfdienstbaarheden, zowel de permanente om de bunker ten allen tijde te kunnen bereiken, als de tijdelijke die standaard werden in de aktes voorzien met een termijn van 8 maanden voor de bouw van de bunker mogelijk te maken, gingen net zoals het uitkeren van toegekende intresten pas in voege, van zodra de eigenlijke werken voor de bouw van de bunker werden aangevat, ongeacht de tijdsperiode die op die manier verstreek tussen aankoop van de gronden en de eigenlijke bouw van de bunker zelf.
  • Het onteigende perceel dat werd afgesneden van het grotere perceel 238, kreeg origineel na de onteigening geen aparte index toegemeten zodat het na de oorlog allicht niet zo 100% duidelijk meer zal geweest wat eigendom was van wie.
  • Als men echter een actueel kadasterplan ziet, is het perceel wel degelijk ondertussen opgedeeld. Het originele perceel werd 238a en het beperkte perceeltje met de bunker erbij staat nog altijd gekadastreerd als perceel 238b.
  • De bunker draagt geen directe sporen van strijd, wat ook vrij logisch is gezien zijn locatie op de linie die nooit echt in het strijdgewoel zal hebben gelegen.
  • De bunker is volledig vrij, zowel het schietgat als de toegang.
  • Het schietgat kijkt recht in de richting van de molen van Baaigem.
  • Op basis van de hoeveelheden toegepast binnen de bouwproject A en B voor gelijkaardige bunkertjes, gecombineerd met de toegepaste basisprijzen zoals in het bestek van bouwproject E terug te vinden, werd een eerste benaderende prijs bepaald voor elk van de bunkertjes. Deze detailprijzen werden daarna herrekent via de regel van 3 op basis van de werkelijke projectprijs zoals terug te vinden in het bestek en de totaalprijs zoals zelf op basis van de gemaakte veronderstellingen, bekomen. Op die wijze moet dit bunkertje ongeveer 60.999,70 Bef gekost hebben.
  • Als men hier nog eens een aantal zaken gaat bijtellen die niet dienden ingecalculeerd te worden door de bouwfirma's maar rechtstreeks werden aangeschaft door de militaire overheid zoals bv chardomes, koepels, ventillatoren,... moet de totale kostprijs ongeveer op 61.249,70 Bef hebben gelegen.
  • Ter info: 1 BEF in 1934 komt ongeveer overeenkomt met een bedrag van 74 BEF (1.84€) in 2013, een "factor 74" dus.

Routebeschrijving om deze bunker te vinden

  • De bunker ligt op de rechter kant van de Makkegemdries komende van de Wannegatstraat.
  • Hij is bereikbaar via Kastijdestraat, langs de rand van een veld aan een iets achteruit gelegen witte hoeve met trapgeveltjes.
  • Hij ligt een tachtigtal meter verder in het veld.
Bijhorende foto's

Voorstudie bij dit bunkertje.

De boogvormige straat noordelijk getekend is de Kastijdestraat.

De gebouwen nog zichtbaar op het eerste van 3 kleine perceeltjes achter elkaar voor het terreintje onteigend voor de bunker, zijn heden opnieuw opgegaan bij de rest van het koutertje tussen Kastijdestraat en bunker. Deze gebouwen zijn heden allen verdwenen.

Ook leuk om op te merken is dat men bij de voorstudie een bunker voorzag zonder oreillon. De uiteindelijk gebouwde bunker had dit wel op de linker kant voor het enige schietgat.

Detail bij dezelfde voorstudie. Merkwaardig is dat men bij deze detailschets de nog bestaande witte hoeve reeds anders tekent dan bij de algemene ruimere schets. Beiden dateren nochtans uit hetzelfde dossiertje.
Onteigeningsschets zoals terug te vinden bij de officiële aktes uit 1935.
Onteigeningsschets bij bunker C10
Dit is een detail eveneens terug te vinden bij deze zelfde aktes. Hierop is duidelijk te zien dat er langs de zuidelijke zijde van het onteigende terrein reeds een publiek voetpaadje liep. De tijdelijke erfdienstbaarheid voor de bouw van de bunker is dan ook iets noorderlijk langs een toen nog bestaande hoeve voorzien tot de hoogte van het onteigende perceel. De drie hier nog zichtbare kleinere perceeltjes zijn heden na het slopen van de getekende bebouwing tegen de Kastijdestraat, weer opgegaan in de huidige kouter tussen Kastijdestraat en het onteigende terreintje.
Situatieschets van het terrein bij de bunker zoals terug te vinden bij de bouwplannen.
Origineel grondplan van deze bunker.
c10
Doorsnede AB horende bij bovenstaand grondplan.
Doorsnede CD bij hetzelfde plannetje.
Op een actueel kadastraal plan uit 2013 is opnieuw wel degelijk het terreintje met de bunker op en het originele perceel 238 waarvan dit werd afgescheiden, officieel afgesplitst. De grotere originele kouter met perceelnummer 238 werd perceel 238a. Het perceeltje van de bunker werd 238b.
Kadastraal detail van het terreintje met de bunker C10 er nog op. Het wegeltje zuidelijk van de bunker bestaat dus officieel nog altijd. Zeer merkwaardig is dat men zelfs de tijdelijke erfdienstbaarheid naar het perceeltje nog altijd blijft aanduiden. Het is merkwaardig omdat alle erfdienstbaarheden gekoppeld aan deze linie namelijk al in 1946 zijn opgedoekt. In dit geval hield dit zeker geen steek omdat de permanente erdienstbaarheden over het smalle getekende wegeltje zuidelijk van de bunker verliepen. De brede strook was een tijdelijke erfdienstbaarheid die enkel diende bewaard te blijven tot 8 maanden na de onteigening. Ook het kadaster kan af en toe niet meer volgen zeker...
Vooraanzicht op de bunker anno 1995. De bunker was toen nog heel wat minder overgroeid dan het heden het geval is. Wel had hij toen al vrij veel last van graffiti dewelke heden praktisch volledig verdwenen is. (Foto: Collectie G. De Jong - Simon Stevin Stichting)
Achterkant van dezelfde bunker uit dezelfde periode. (Foto: Collectie G. De Jong - Simon Stevin Stichting)
Zicht op de bunker zoals men hem in 2006, en nu nog altijd kan zien liggen vanaf de Kastijdestraat op de kop van het kleine heuveltje met zicht op de molen van Baaigem.
c10
Achterkant van de ondertussen sterk overgroeide bunker.
c10
Linker zijkant van de bunker. Juist achter het klimop kan men met wat moeite zien dat de wand hier gecementeerd is geweest. Gezien de bunker origineel volledig ommuurd was met baksteen, werd dit juist gedaan waar ooit valse ramen of deuren waren. Hier zat dus ooit een vals raam of deur. Dit laatste zeg ik maar omdat het in elk geval een groot vals raam zal geweest zijn. De onderkant zit heden verborgen onder de rommel.
c10
Dezelfde linker zijkant van de andere kant gezien. Vroegere grafitti is dus letterlijk allemaal met der tijd opnieuw verdwenen. De bunkers blijken op dit gebied nogal zelfreinigend.
Net zoals bij de bunker C13 zit er op de tweede kamer, in dit geval een commandokamer zonder schietgat, wel degelijk een bijkomend vals raam vooraan. Dit zit echter niet op de plaats waar bij gewone bunkers een vals raam zou dienen te zitten om het schietgat te verbergen maar veel meer naar de buitenkant. Hierdoor kreeg de bunker een toch meer afwijkend uitzicht dan dit dat de bunkers normaal gezien hadden.
c10
Detail van het enige schietgat dat nog altijd restanten vertoont van originele blauwe camouflagekleuren.
De enige mitrailleurstand was enkel voorzien voor de opstelling van een Maximmitrailleur. Er zijn geen aanpassingen voor de eventuele opstelling van alternatieve types van mitrailleur. Heden is de bunker aan de binnenkant wel een zootje van een stapelhok geworden.
Het zicht dat men heeft door het enige schietgat van deze bunker. In de verte ziet u de molen van Baaigem.
c10
Binnenzicht op de tussengang naar een al even rommelige tweede commandokamer zonder schietgat.
Voorkant van de commandokamer, dus zonder schietgat.
Zicht op het bunkertje anno 2011 vanaf de Makkegemdries. De foto is genomen op hetzelfde moment dat het dichtbijgelegen bunkertje D11 op vrij schandalige manier werd gesloopt.
 
Vorige (C9)
Vorige (D11)
Volgende (C12)
Volgende (B23)